zondag 22 april 2012

Afstandcriterium coffeeshops





Coffeeshophouders in Nederland moeten na het nieuws van de naderende val van het kabinet wel een feestje hebben gevierd. Door de afspraken in het gedoogakkoord tussen de coalitiepartijen zouden coffeeshophouders niet alleen nog meer gedwongen worden naar de criminele kant op te schuiven, maar zagen zij hun omzet door de invoering van de wietpas ook nog eens kelderen.  

In het gedoogakkoord werd namelijk onder andere afgesproken dat het afstandscriterium werd vergroot van 250 tot wel 350 meter waarbij de minister er streng op toe zou moeten zien dat die grens ook zou worden gehandhaafd. 

Verder zouden coffeeshops besloten clubs voor Nederlanders moeten worden (wietpas) en moest het onderscheid tussen hard- en softdrugs verdwijnen. Een verdere toelichting ontbrak. Kort en goed betekent dit voor een stad als Amsterdam dat er van de 222 coffeeshops er 46 (!) overblijven. 

Niet de cijfers zijn belangrijk, maar de gevolgen daarvan zijn niet alleen een ramp voor coffeeshophouders maar nog veel belangrijker een ramp voor openbare orde in de gemeente. Door de strenge regels die gelden voor coffeeshops is de huidige controle op hen zeer goed. Zo mogen zij geen alcohol schenken, geen jeugdigen toelaten, geen overlast veroorzaken, geen reclame maken voor hun producten, en tot slot niet meer dan 500 gram in voorraad hebben. 

De overheid weet daarbij dat de ‘achterdeur’ van de coffeeshops een illegale aangelegenheid is die zich in het criminele circuit afspeelt. Een hypocriete situatie. De coffeeshophouders weten dat zij bij overtreding van een van de AHOJG-criteria (Affichering, Harddrugs, Overlast, Jeugdigen, Gram) de tent onmiddellijk kunnen sluiten. Dit maakt dat coffeeshophouders in het algemeen voorbeeldige horecaondernemers zijn die veel (omzet) te verliezen hebben. 

Ondertussen begrijpt ieder weldenkend mens dat overlast en criminaliteit met het vergroten van het afstandscriterium en het invoeren van de wietpas gewoon blijft bestaan. Daarnaast blijft de vraag naar softdrugs door het afstandscriterium even groot. Met het verdwijnen van coffeeshops had het nog bestaande kabinet huidige jeugdige criminele ondernemers in de dop een nieuwe glansrijke carrière in de softdrugshandel op straat geboden. Een ramp voor de openbare orde en veiligheid in gemeenten.

Veel belangrijker is het om een fundamentele discussie te voeren over het al dan niet legaliseren van softdrugs. Met de uitkomsten van die discussie kan er pas een goed plan bedacht worden om eventuele overlast en excessen goed te bestrijden. Ik hoop dat het nieuwe kabinet de moed heeft om die discussie ook daadwerkelijk te gaan voeren.

zondag 15 april 2012

Hulp schiet te kort in Alphen aan den Rijn


De GGD Hollands Midden presenteert aanstaande maandag in opdracht van de Gemeente Alphen aan den Rijn een onderzoek naar de gevolgen voor de gezondheid van de getroffenen en betrokkene van het schietincident in winkelcentrum de Ridderhof van 9 april 2011.

De samenvatting van het rapport maakt één ding heel duidelijk: van de groep mensen met wie het minder goed gaat, geeft een derde van de respondenten aan dat zij niet de behandeling en/of hulp krijgt waar ze behoefte aan heeft. 

Een zorgwekkende conclusie waar, zo zou je verwachten, een adequate aanbeveling tegenover staat. Zo zou men verwachten dat er wordt aanbevolen als de donder de bovenstaande groep in kaart te breng teneinde die alsnog goede hulp te bieden. Niet is echter minder waar. De aanbevelingen ten behoeve van deze conclusie luidt als volgt:
  1. De resultaten dienen,samen met de resultaten van de analyse van de zorgregistraties van het Nivel, als input voor een bijeenkomst met lokale zorgpartijen en de politie, waarbij het afgelopen jaar kan worden geëvalueerd en handelingsperspectieven voor het komende jaar worden besproken. De GGD wil deze bijeenkomst in samenspraak met de gemeente Alphen eind juni 2012 organiseren.
  2. In dat overleg met zorgpartijen kan aan de orde komen hoe het komt dat het met een deel van de getroffenen‘niet goed’ gaat en dat zij naar eigen zeggen geen professionele zorg of ondersteuning nodig hebben. En hoe het komt dat het met een deel van de getroffenen‘niet goed’ gaat en dat zij naar eigen zeggen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben.
In andere woorden staat hier: alle zorgpartijen en de politie gaan met elkaar eind juni kletsen ten einde te kijken waar het mis is gegaan en bezien hoe een soortgelijk voorval(!) in de toekomst wel dient te worden opgepakt. Daarnaast kijken we hoe het nu toch kan dat een aantal mensen geen zorg en steun hebben die zij wel aangeven nodig te hebben en die ze nu niet krijgen.

De GGD Hollands Midden geeft hiermee, in opdracht van de gemeente Alphen aan den Rijn, aan dat zij de noodkreet van deze mensen niet pragmatisch, maar rustig bureaucratisch en ambtelijk oppakken. Wederom een klap in het gezicht van de mensen die nooit hebben gevraagd bij dit dramatische voorval  betrokken te zijn.

Overigens geeft de GGD in de aanbeveling nog een sneer in de richting van de gemeente als het gaat om communicatie.De gemeente zou in hun communicatie-uitingen meer rekening moeten houden met het feit dat het schietincident voor veel mensen nog dagelijkse invloed heeft op hun leven.

Ik hoop dat de gemeente Alphen aan den Rijn morgen in hun persbericht wel enig pragmatisme aan de dag legt en niet blijft hangen in een papieren werkelijkheid zodat slachtoffers die hulp nodig hebben nu ook daadwerkelijk worden geholpen.

woensdag 4 april 2012

Dubbel slachtoffer




 De schrijnende verhalen van de slachtoffers van het drama in het winkelcentrum De Ridderhof in Alphen aan den Rijn maken pijnlijk duidelijk waar lokale overheden falen. Zij zou als uitvoeringsorgaan moeten functioneren maar verschuilt zich nog te vaak achter het naleven van eigen procedures en regeltjes, het schrijven van beleidstukken en, niet geheel onbelangrijk, de eigen belangrijkheid.

Zij vergeet daarbij regelmatig de primaire taak die zij heeft zoals de zorg voor de lokale bevolking bij incidenten die de openbare orde en veiligheid raken en de regierol die de burgervader daar dient te pakken bij crises en calamiteiten. Zo ook in Alphen aan den Rijn. 

In de media leek burgervader Bas Eenhoorn van Alphen aan den Rijn onmiddellijk na het drama, samen met hoofdofficier Kitty Nooij en korpschef Jan Stikvoort, zijn rol uitstekend te pakken. Nu, echter blijkt dat beeld bijgesteld te moeten worden. Een crisis dient niet alleen bezworen te worden op het moment zelf, maar onderdeel daarvan dient professionele nazorg voor slachtoffers te zijn,  hoe lang die nazorg ook nodig is. 

Als Eenhoorn een crisisorganisatie onder leiding van de GGD had ingericht met een goed bereikbare frontoffice en een goed ingerichte backoffice zouden slachtoffers een laagdrempelige voorziening hebben gehad waar noodzakelijke professionele geestelijke en praktische hulp zou kunnen worden gegarandeerd. Het is algemeen bekend dat de gevolgen van zo’n ramp verder strekken dan de relatief korte periode waarin er nu aandacht is geweest. Zo kampen slachtoffers nog steeds (of pas nu) met geestelijke nood en de gevolgen daarvan zoals problemen op het werk en in huis. 

De kritiek die kamerlid Ahmed Marcouch vorige week uitte op het verloop van dit proces voor slachtoffers is terecht zo werd bevestigd door een raadslid van de SP in Alphen aan den Rijn in de plaatselijke krant Alphen CC. De slachtoffers worden geconfronteerd met beloftes die gedaan zijn die momenteel niet worden nagekomen en tevens is bijvoorbeeld een groot deel van de schade nog niet vergoed. Daarnaast wordt hulp die wordt gevraagd niet of nauwelijks geboden.  

In plaats van deze kritiek serieus te nemen, weersprak Eenhoorn de kritiek en opende een mediaoffensief niet gericht op de slachtoffers, maar op Eenhoorn zelf. Zo gaf hij in een verklaring aan dat hij onaangenaam getroffen was door de kritiek van Marcouch, dat hij zich verbonden heeft gevoeld met alle slachtoffers maar dat hij niet over alle gegevens van betrokkenen mocht beschikken omdat privacywetgeving dat niet toe zou staan. Een burgemeester die regels en procedures laat prevaleren boven het menselijke aspect heeft het niet begrepen. Pas vandaag (!) werd een artikel over de nazorg op de gemeentelijke website geplaatst met daarin doorverwijzingen naar zorginstellingen en het piketnummer van de gemeente. 

In de afgelopen periode heeft burgemeester Eenhoorn onder andere zijn boek over het schietdrama gepresenteerd en heeft op die wijze geld verdiend aan het voorval, waar slachtoffers niet werden gehoord. “Het boek” zo vertelde Eenhoorn “droeg bij aan mijn verwerking van het voorval”.  Een zuur gegeven voor bijvoorbeeld de enkele slachtoffers die een renteloze lening ontvingen teneinde liquiditeitsproblemen het hoofd te bieden. Daar staat nu namelijk de deurwaarder op de stoep om diezelfde 'troostlening' te incasseren terwijl het leed voortduurt. 

Enkele slachtoffers hebben inmiddels aangegeven niet naar de herdenking op 9 april te gaan.